(St. Jacobskerkhof n° 25) Bijna aan het eind van het St. Jacobskerkhof, tegenover de straat, die nu alleen de Windmolenbergstraat heet, staat thans nog een huis zonder verdieping, waar naast zich in de richting der St. Jacobstraat een poortje bevindt, boven het welk tot aan het jaar 1907 een steen stond, waarin het wapen van Suermondt (zijnde een beurtelings gekanteelde dwarsbalk), met het jaartal 1584 er onder, uitgehouwen was. Dit huis werd 15 Februari 1562 (Reg. n° 207 f. 423 vso), als wanneer het gezegd werd te staan tusschen dat van Jacob Spyckers ex uno en dat van Nycolaas Henrickszn, genaamd Cortten Claes, ex alio, door Reynier, zoon van Daniel Loyen, verkocht aan Jaspar Suermondt Janszn.
De stamvader van diens geslacht was Albert Suermondt, die van zijne vrouw Sophia van Merwyck tot Crieckenbeeck o.a. een zoon Willem had, wiens eene zoon Leonius huwde met Goderadis, dochter van Goeswijn Cnoeden (Reg. n° 97
| 54 | ||||||||||||||||||
f. 205) en bij haar deze kinderen verwekte: Willem, geërfd te Veghel; Martina; Jacoba; Geerlich, priester, Dominicus en Magdalena (?) (Reg. n° 140 f. 292) en wiens andere zoon Jan, die dijkgraaf van het Land van Heusden was, huwde met Bartholomea van Ryswyck Geerlincxdochter en bij haar deze kinderen verwekte:
| 55 | ||||||||||||||||||
Jaspar Suermondt meergenoemd, die in 1585 reeds dood was, vermaakte in 1584 voorschreven huis aan de St. Jacobskerk tot hare pastorie 3), waarna het den naam kreeg van de St. Jacobspastorye. Bij de reductie van den Bosch in 1629 werd ook dit huis door den Staat geconfisqueerd, die het vervolgens 31 Augustus 1641 (Reg. n° 384 f. 677) verkocht aan mr. Johan Gans en Frans Blom; deze laatste kreeg het later in zijn part, toen zij eenige der door hen gezamenlijk gekochte klooster- en geestelijke goederen met elkander verdeelden; later kwam het bij erfenis aan Adriaan Groenhooft, uit wiens nalatenschap het in 1678 (Reg. n° 475 f. 58 vso) werd toebedeeld aan diens dochter Catharina, huisvrouw van Johan Henrick van Goolen.
Nicolaas van Blotenburg, procureur te den Bosch, als executeur van het testament van dezen laatste, verkocht het den 24 Februari 1698 (Reg. n° 482 f. 25); het werd alstoen omschreven als: eene huysinge, erve ende hof met stallinge, genaemt St. Jacobspastorye, streckende voor van St. Jacobskerckhoff tot op deser stadtswal; kooper daarvan werd toen Gerard Notelaers, burger van den Bosch, Hij was zoon van Jan Notelaers en Anna Fabry en rentmeester der heerlijkheden Boxtel en Liempde; den 7 April 1722 stierf hij kinderloos te Boxtel; zijne vrouw was Maria Tybosch, met wie hij 18 Augustus 1685 gehuwd was; zij overleed te den Bosch 2 September 1741; hare ouders waren Aert Tybosch en Maria van Diepenbeeck voornoemd.
In de tweede helft der 18e eeuw behoorde dit huis, dat nog altijd denzelfden voorgevel heeft als dien het in 1584
| 56 | ||||||||||||||||||
had, aan François Monachon, die huwde met 1° Henriette Boom; 2° Geertrui Sparo; hij en zijne eerste vrouw vermaakten de helft van dat huis, - hetwelk zij 1 December 1769 gekocht hadden van Nicolaas Pardyck, architect te den Bosch, die het 10 Dec. 1757 bij gerechtelijke uitwinning had gekocht, als wanneer het gezegd werd te zijn huis met stal, koetshuis met tuin, - aan zijne broeders en zusters: Daniel en Jean Isac Monachon te Lausanne; Anne Monachon weduwe van Abraham Corsat en Marguerite Monachon, huisvrouw van François Corsat, wonende te Sully in Zwitserland; en de andere helft aan Jan Carel Boom, kapitein te Bourtange, Gijsbert Oerlemans als gehuwd met Carolina Boom en Jan van Halder als gehuwd met Elisabeth Boom, beiden wonende te Nieuwkuik; deze legatarissen verkochten dat huis 26 Augustus 1790 aan Johannes Bpnjeé, koopman te den Bosch; het werd alstoen gezegd te staan tusschen dat der erven van Mevrouw van Hanswijk en Johan van de Ven ex uno en dat van de kinderen van Boxtel ex alio. In eene Bossche Schepenakte van 1570 wordt volgenderwijze melding gemaakt van een huis, dat een andere Suermondt dan de hiervorengenoemde in de Windmolenbergstraat bezat: Adrianus, zoon van Petrus Zuermonts van Uden, verleent eene grondrente ex domo, area et orto, sitis in Buscoducis in platea dicta die Wijntmolenberchstraet inter hereditatem Cornelii Coenen ex uno et inter heriditatem Johannis Fabri ex alio, tendentes a communi platea de Wijntmolenberchstraet ad hereditatem liberorum Mathei Mathijszoon.
| 57 |
Noten | |
1. | Reg. n° 205 f. 224 vso. |
2. | Hunne dochter Adiiana Geertruid van Doerne h. met jonker Friesen. |
3. | Schutjes t.a.p. IV p. 324. |